Dicky en ik hebben een haat-liefdeverhouding. Ik hou van zijn heerlijke warmte, maar haat het dat hij onder mijn handen niet rustig zijn vuurtje laat opbouwen. Ja, Dicky is onze kachel. Onze dieselkachel, want we hebben ook nog Blaas, de heteluchtkachel. Zoals veel zeilers doen, hebben wij diverse apparaten aan boord een naam gegeven. Dicky komt van 'Dickinson' het merk en is van het type 'Newport'. Dicky is dit najaar door Henk vakkundig geïnstalleerd en daar zit denk ik de crux. Dicky en Henk kunnen het prima met elkaar vinden, maar kom ik aan Dicky dan gaat hij bokkig doen. En dat terwijl ik toch heel zachtzinnig met hem omga.
Vanaf het prille begin zijn Dicky en ik niet echt vriendjes. Als ik zijn ruitje heb schoongeveegd, de diesel laat binnenstromen en het vuurtje aansteek met een ministukje aansteekblok, beantwoordt hij dat met roet. Gauw deurtje dicht en de ventilator een beetje lucht laten geven. Vuurtje wordt wel groter, diesel vat vlam, maar er komt geen rust in de kachel. Dicky gaat ongedurig op en neer met zijn vlammen en besluit dan om maar weer eens flink te gaan roeten. Nijdig draai ik de dieseltoevoer dicht en Dicky's knop naar nul. Ik wacht wel tot zijn grote vriend thuis is en hem wel aan de praat krijgt.
De eerste weken lijkt de onrust van Dicky te liggen aan een verkeerde schoorsteenkap. Bij wat meer wind wil hij niet meer branden. De wind blaast de vlam uit en dat laat Dicky geregeld uitbarsten in steekvlammen met dieselstank tot gevolg. We importeren een H-cap en Dicky begint te snorren. Hij heeft het naar zijn zin, zolang hij niet door mij wordt aangestoken. Kom ik in de buurt dan spuugt hij roet, knalt er een steekvlam uit en laat de onverbrande diesel lekker stinken. Ik begrijp er niets van en kijk de kunst van het aansteken nog eens af van Henk. Volgens mij doe ik het precies hetzelfde, maar volgens Dicky dus niet.
Tegen het eind van het jaar is de dieseltank leeg en blijft Dicky een paar dagen uit. We tanken verse diesel en tegen beter weten in denk ik: “Nu gaat het tussen ons vast wel goed! Lekker schone diesel doet de truc en houdt Dicky tevreden.” Op kerstavond haal ik eerst de roetaanslag van de wanden van Dicky en ga dan voorzichtig aan de gang met dieseltoevoer, aanmaakblokje en vooral…rustig blijven. De vlam gaat branden, komt keurig omhoog en net als ik tevreden op de bank wil kruipen knalt Dicky een steekvlam van heb ik jou daar door zijn pijp, een intense dieselstank achterlatend. Ik sprint naar het knoppenpaneel en doe het dieselpompje uit. Ik geef het op. Dicky wil geen vriendjes worden.
De nieuwe diesel roet meer dan de oude en schoonbranden doet Dicky niet meer. Ik besluit tot een laatste slotoffensief. Ik haal de ring en het 'mandje' eruit, verwijder alle stukjes zwarte zooi van de bodem en de wanden. Een brandschone ring en 'mandje' gaan terug. Ik geef Dicky een aai over z'n bol en begin aan het aansteekproces. Wonderen zijn de wereld nog niet uit. Dicky doet er even over, maar brandt dan rustig en gelijkmatig. Zijn we nu vriendjes?
Leuk blog weer! Goed te weten dat een 'hands-on cursus' Dicky aansteken binnen handbereik ligt ;) (weekend van 14 April voor de eerste keer zelf proberen)