Het is een klassieker in films en tv-series. Partners hebben ruzie en schreeuwend bijt de een de ander toe “je slaapt maar op de bank!” Vaak wordt er iets achteraan gegooid. In het gunstigste geval iets zachts, een kussen of een dekbed. Ik zit aan een dergelijke scene te denken als ik tegen Henk zeg “slaap maar op de bank vanavond.” Met een grote grijns krijg ik als reactie “dat zal jij ook moeten doen!”
En inderdaad, we slapen allebei op de bank. We hebben geen andere keus. Ons bed is geheel ontmanteld. We zijn aan het klussen en dat betekent aan boord dat je niet veel ruimte overhoudt en je soms hele ruimtes tijdelijk niet meer kan gebruiken. Onder banken, onder bedden, onder vloeren, boven plafondplaten, overal zit van alles 'verstopt'. Er zijn klussen waarbij de halve boot 'gesloopt' moet worden om overal bij te kunnen. Het is voortdurend zoeken naar een balans tussen gemak en wooncomfort. Gemak bij het klussen, betekent zoveel mogelijk alles bereikbaar maken en dat zo laten tot de klus geklaard is. Maar dan is wooncomfort ver te zoeken. Zeker als het weer niet echt meewerkt. Bij mooi weer ga je naar buiten en zie je niets meer van de puinhoop.
Vol enthousiasme zijn we bij de eerste mooie dagen aan het afwerken van de kluslijst begonnen. Al meteen lopen we tegen een extra klus aan. De uitlaatslang van de motor vertoont gebreken. Met weinig druk, komt Henks duim min of meer door het materiaal. Niet meer veilig om mee te varen. En daarom moet de bakskist helemaal leeg, de vloer eruit en in de slaaphut wordt het bed ontmanteld.
Het vervangen van de slang is geen klusje van een paar uur. Alles gaat in etappes. De bakskist moet langere tijd leeg blijven. Zo niet, dan is het elke keer een hoop sjouwen. Groot deel van de inhoud parkeren we in de auto. Kleiner deel kan onder de kuiptent in de kuip. Zo houden we voldoende leefruimte over en de auto rijdt ook wel als hij vol ligt. Het weghalen van het bed moet een paar keer. Weken op de bank slapen, is geen optie. Als het even kan, plaatsen we 's avonds alles terug. Behalve dat ene weekend waarin het plaatsen van de uitlaatslang afgerond wordt. Het is twee dagen zo goed als droog en de wind valt mee. Dan kan de bakskist opengezet en waait niet meteen alles wat je neerlegt weg. Het is nu of nooit. De lente van 2013 is zo weer voorbij.
En dus ontmantelen we het bed, wringt Henk zich in allerlei bochten om de slang aan te sluiten en vermaak ik me met het schoonmaken van de tapijtwand.
Tapijtwand? Ja, tapijtwand. Veel schepen hebben binnen tapijt op de wanden. Vraag me niet wie dat ooit bedacht heeft. Het er afhalen is veel te veel gedoe, maar ik zou er nooit voor kiezen. Het tapijt naast het bed is simpelweg goor. Nu toch alles open ligt, kan ik een poging wagen met zo'n HG-middeltje. Tot ons beider verrassing werkt het spul erg goed en hebben we ineens geen behoefte meer het tapijt er af te scheuren. Enige probleem: het is natter dan nat! Daar kan geen matras tegenaan. En zo zeg ik “slaap jij maar op de bank!”