En daar zitten we dan. Op campingstoelen aan het laatste, nog aanwezige, oude bureau. Cd's rippen zodat de fysieke cd's de opslag in kunnen. Om ons heen zooi. Een troosteloze zondag. Uitzicht op de gestaag vallende regen. Het huis, ooit onze trots, is langzaam 'afgebroken' tot er weinig meer over is van de knusheid en de gezelligheid die we jaren geleden gecreëerd hebben. Het geeft weer een dubbel gevoel. Enerzijds opluchting dat de verhuizing bijna rond is en anderzijds een soort triestheid dat het hier nu over is.
Een grotendeels leeg huis, waar je nog net kan kamperen, is eigenlijk altijd van een treurige triestheid. Ook op het moment dat je erin komt. Dan zucht je eens diep, pakt de verfroller en begint aan de opbouw. Maar nu, nu zuchten we eens diep, en nog eens en nog eens. Het zijn de laatste loodjes. Het laatste beetje afscheid nemen. De laatste zaken in de verkoop en de allerlaatste zaken in de dozen voor de opslag of voor aan boord. Nog even een keer de was draaien en drogen. Morgen worden de apparaten gehaald. De verkoop is best goed gegaan. We zijn zeker tevreden. Slechts een paar dingen kosten nog wat moeite, maar ook dat komt goed.
Nog heel even en het is hier helemaal leeg en herinnert er niets meer aan de tijd dat we hier met veel plezier hebben gewoond. Nog heel even en we trekken voor de laatste maal de deur achter ons dicht. En dan begint het nieuwe avontuur, een nieuw tijdperk. Vol enthousiasme gaan we daar op af. Alleen… nu, op deze troosteloze, natte zondag, zijn we duf, moe en triestig. Afscheid nemen is een beetje sterven. Dat geldt ook voor afscheid van een woning, een thuis, een plek waar je jaren lief en leed hebt gedeeld. Het mag, zo'n dagje mineur. Morgen schijnt de zon en gaan we met frisse moed verder.
De cdlade klapt open en ik pak de volgende cd.